Oorsprong van de naam
.
In het boek "Oost-Nederlandse Familienamen" staat op pagina 151 daarover het volgende
vermeldt:
"SURINK
Varianten: Suring(h); Zuring; Soerink; Zoerink; Suringa; Zuuring.
Erve bij Erm, Sleen;
In 1457 Suringe;
In 1802 vinden we in Steenderen Roelof Soerinck en Hendrik Soerink, wiens naam ook
Sourink gespeld wordt.
Voornamen: Suur, die we herkennen in een erve bij Eemster, Diever, in 1421 "des Zuren goet" en in "des Sueren weer" bij Scherwolde, Steenwijkerwold in 1442; een weer was een akker.
De voornaam hoort bij "Sur", Zuur.